Corona besmetting

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

21 juni `22 zijn mijn man en ik op vakantie naar Girona gegaan. Na een aantal dagen voelde hij zich niet zo lekker. Corona test gedaan én helaas positief. Hij had dus een corona besmetting. Ons vakantieverblijf was op een camping, met een ingerichte tent incl koelkast. Een Glamping eigenlijk. Maar aangezien het 32 graden buiten was was de temperatuur in de tent nog veel warmer en dan ziek zijn is niet fijn.

Ook ik heb een aantal dagen achter elkaar getest maar ik was en bleef negatief. Na een week knapte hij op en testte negatief. We zijn gaan wandelen maar bij terug komst moest hij wel weer even gaan liggen. Helemaal de oude was hij nog niet. We hebben verder lekker rustig aan gedaan en op maandag 4 juli `22 vlogen we weer naar huis.

Dinsdag 5 juli `22 heb ik weer een test gedaan én helaas toen was ik positief. In quarantaine dus

Nu is het maandag 11 juli `22 en gaat het beter met me. Wel doe ik straks nog een keer een test. Wat wel vreemd is, is dat ik sinds deze besmetting naar de rechterkant trek vooral met lopen  🤔 Ik kijk het nog even aan en als het niet over gaat dan zoek ik contact met de neuroloog.

Epstein-Barr virus en MS

De rol van EBV-geïnfecteerde B-cellen

B-cellen die geïnfecteerd zijn met het Epstein-Barr virus (EBV) kunnen de activering en beweging van T-cellen veranderen.

Epstein-Barr virus (EBV) lijkt een verbinding te hebben met MS. Veel mensen zijn drager van EBV en in een klein deel van de mensen veroorzaakt EBV de ziekte van Pfeiffer.

Deze laatste groep mensen heeft een grotere kans om MS te krijgen dan mensen, die de ziekte van Pfeiffer niet hebben gehad.

Bovendien heeft iedereen met MS het virus bij zich, terwijl dit bij de gezonde populatie 95% is. EBV is een virus dat in het lichaam aanwezig kan blijven doordat het in B-cellen gaat zitten. Ondanks allerlei hints voor een rol van EBV in MS is de precieze rol van dit virus nog niet bekend.

Diermodel

In een diermodel voor MS in het penseelaapje blijkt het apen-EBV ook een belangrijke rol te spelen. Daarom is dit diermodel gebruikt voor verder onderzoek naar de rol van EBV. In dit diermodel is eerder gevonden dat als B-cellen worden verwijderd door een antistof gericht tegen het B-cel molecuul CD20, de T-cellen in de lymfeknopen blijven en niet meer bewegen naar de hersenen.

Daardoor ontstaan er in die dieren ook minder laesies in de witte en grijze stof. Tevens is gebleken dat deze dieren ook geen apen-EBV meer hadden. Er lijkt dus een verband te zijn tussen EBV-geïnfecteerde B-cellen en de T-cellen.

Onderzoekers uit Rijswijk hebben onderzocht wat er gebeurt als EBV-geïnfecteerde B-cellen gaan ‘praten’ met de T-cellen die mogelijk de ziekte veroorzaken. Hiervoor zijn gewone B-cellen uit bloed geïsoleerd en in een kweeksysteem geïnfecteerd met EBV.

Daarna zijn deze EBV-B-cellen toegevoegd aan T-cellen geïsoleerd uit lymfeknopen van apen met apen-MS. Na een paar dagen zijn deze T-cellen onderzocht voor markers die betrokken zijn bij de activatie en de beweging van lymfeknopen naar de hersenen.

Het blijkt dat EBV-B-cellen en T-cellen met elkaar communiceren. Daardoor maken de T-cellen meer ontstekingsbevorderende eiwitten aan. Tevens vertonen de T-cellen markers waardoor de T-cellen naar de hersenen kunnen bewegen.

De onderzoekers tonen hiermee aan dat EBV de normale communicatie tussen B-cellen en T-cellen verandert. Dit zou een mogelijke rol van EBV in auto-immuniteit kunnen zijn, maar het zou ook een neveneffect kunnen zijn. Daarom is verder onderzoek nodig.

Bron: Dunham J, van Driel N, Eggen BJ, Paul C, ‘t Hart BA, Laman JD, Kap YS. Clin Transl Immunology. 2017 Feb 10;6(2):e127.

Samenvatting: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28243437